Uit de scheurkalender

Moeten, willen, kunnen

Als er veel dingen zijn die moeten, maar die je niet wilt en/of die je niet goed kunt, dan ligt stress op de loer. Er is een overlap van ‘moeten’, ‘willen’ en ‘kunnen’ nodig om te doen waar je goed in bent en om energie te krijgen.

‘Ik moet zo veel in het leven, ik heb niks te kiezen.’
‘Ik weet niet wat ik wil, ik hink op tien gedachten tegelijk.’
‘De ontwikkelingen gaan zo hard, dat kan ik allemaal niet bijhouden.’

Dit soort gedachten is heel gewoon, maar je moet ze niet voortdurend hebben. Het is belangrijk om de stressgevoelens die deze gedachten met zich meebrengen te onderkennen en te beschouwen als signaal. Om te onderzoeken wat er echt moet, wat je eigenlijk wilt en wat je mogelijkheden zijn, wat je wél kan.
Dat klinkt simpel, en dat is het ook. Het is een kwestie van doen. Voelen wat je voelt, je gevoel serieus nemen, even parkeren en je gedachten bevragen.

Dus denk je: ‘Ik moet zo veel in het leven, ik heb niks te kiezen’, dan is de vraag: ‘Wat moet ik echt?’ ‘Wat kan ik wél kiezen?’ ‘Wat wil ik eigenlijk?’

Denk je: ‘Ik weet niet wat ik wil, ik hink op tien gedachten tegelijk’, dan zeg je tegen jezelf: ‘Wat weet ik wel zeker?’ ‘Wat betekent dat?’ ‘Wat wil ik in ieder geval wel?’ ‘Waar word ik blij van?’

Denk je: ‘De ontwikkelingen gaan zo hard, dat kan ik allemaal niet bijhouden’, vraag je dan eens af: ‘Wat wil ik bijhouden?’ ‘Wat moet ik echt bijhouden?’ ‘Wat kan ik wél?’

Kortom: losdenken maar!